Het minste wat we konden doen was op haar wachten
Vaak bleven de meisjes, en allen die bij hen waren, tot laat in de nacht op de verschijning wachten. Ze wachtten op de Maagd Maria.
María José Álvarez vertelt ons haar ervaring:
“Na alle huizen te hebben bezocht van degenen die een verschijning zouden gaan krijgen, gingen we op het bankje zitten dat buiten onder het raam van Conchita´s huis stond. De keuken was vol met mensen en de deur stond open. Ze baden de rozenkrans en wij baden met hen mee. Om 6.00 uur in de morgen besloten enkele mensen van in de keuken naar buiten te komen, zodat wij als wij het koud hadden naar binnen konden gaan.
Conchita zat samen met haar moeder bij de haard. Aniceta (Conchita´s moeder) was wakker en ik vroeg haar: “Als ze weten dat de Maagd Maria pas later gaat komen, waarom gaan ze dan niet naar bed?” Aniceta antwoordde: “Als we weten dat de Heilige Maagd komt, is het minste wat we kunnen doen: op haar wachten.” Ze had gelijk.
Maria José Alvarez vervolgt haar verhaal:
"Toen ik de keuken binnenkwam ging ik naast Conchita zitten en vroeg haar was de ´oproepen´ inhielden. Ze vertelde me dat ze bij de eerste oproep een grote innerlijke vreugde voelde en dat er tussen de eerste en tweede oproep een behoorlijk lange tijd zat. De tweede oproep veroorzaakte een nog grotere vreugde en bij de derde oproep renden ze in de richting van waar de Heilige Maagd hen ook maar toenam.De tijd tussen de tweede en de derde oproep was korter.
Terwijl ze met mij sprak viel ze plotseling op haar knieen, de klap was zo groot dat het erop leek of ze haar beide knieën had gebroken. Als ze op mijn voeten was gevallen, zou ze deze vast hebben gebroken, dacht ik bij mij zelf.
Toen ging Conchita naar de ¨Calleja¨ en we baden samen met haar een prachtige rozenkrans, terwijl zij in extase was. Dit zal ik nooit vergeten".